Risico's
Jaarlijks dient als toelichting bij de begroting een risicoparagraaf te worden opgesteld en dient in de toelichting bij de rekening van baten en lasten, informatie over de ontwikkeling van de risico's te worden opgenomen.
Onder risico's worden verstaan alle voorzienbare risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van de gemeente.
De benoemde risico's zijn niet altijd te kwantificeren in geld of dienen, om bijvoorbeeld onderhandelingsredenen, niet in geld zichtbaar gemaakt te worden.
Risico-categoriën (bijvoorbeeld financiële-, veiligheids-, aansprakelijkheids-, strategische- en imagorisico’s) en risicogebieden (bijvoorbeeld grote projecten, grondbeleid, bedrijfsvoering, openbare orde en veiligheid, inkomensoverdrachten en subsidies, open einde regelingen en inkoop en aanbesteding) zijn in onze organisatie benoemd en dragen bij tot een groter risicobewust.
Waar stoppen we energie in
Erg belangrijk is om in de ramingen van de begroting zo actueel en realistisch mogelijk te zijn. We proberen zoveel mogelijk risico’s 'aan de voorkant', dus in de jaarbegroting, af te dekken.
Binnen de Planning- en Control-cyclus stellen we de risico’s jaarlijks bij. Dat geldt zowel voor de algemene dienst als voor het grondbedrijf.
Tussentijds wordt via de bestuursrapportage gerapporteerd over risico’s en welke maatregelen genomen worden. Hoe groter het risico, hoe meer aandacht. Denk daarbij aan de grondexploitatie, grote investeringskredieten, de decentralisaties Jeugd en Wmo en de sociale werkvoorziening. Bij (investerings)projecten wordt, naast een risicoparagraaf, altijd rekening gehouden met een post onvoorzien in het krediet.
Bewustwording in de organisatie is belangrijk. Dat gebeurt via projecten/projectgroepen, in overleg met leidinggevenden, werkoverleg e.d. Ook zijn intern cursussen financiën georganiseerd waarin het onderwerp “risico’s en weerstandsvermogen” aan de orde is gesteld.
Verder is er aandacht voor het gestructureerd presenteren van risico’s door in sjablonen/formats een paragraaf daarvoor op te nemen in nota’s en projectvoorstellen aan het college en de raad.
In de uitvoering van onze begroting werkt de PenC-cyclus prima en zijn we, volgens de accountant, in control. In de doorontwikkeling van de interne controles kunnen we een stap maken naar een meer risicogerichte benadering. Dus ook in de praktijk van alle dag meer aandacht voor processen met een hoger risicoprofiel.
Het inzetten van weerstandsvermogen is altijd een incidentele oplossing. Het geeft tijd om beleid aan te passen en structurele maatregelen te nemen.
Tot slot geeft het totaalbeeld dat onze accountant heeft over onze manier van omgaan met risico’s binnen de algemene dienst geen aanleiding om nadere eisen te stellen.
Risicoprofiel
Het risicoprofiel van de gemeente Wierden wordt mede bepaald aan de hand van het uitgavenvolume van de begroting gecombineerd met specifieke kenmerken van de gemeente zoals ambitie, sociale structuur, fysieke structuur, centrumfunctie en de wijze van bedrijfsvoering. Daarnaast speelt rijksbeleid een rol.
In de hieronder opgenomen tabel zijn de meest actieve risico’s in beeld gebracht. De kans dat een risico zich voordoet is ingedeeld in L(aag), M(iddel) en H(oog). De inschatting is arbitrair (hoewel meer personen onafhankelijk van elkaar een oordeel hebben gevormd) en sterk afhankelijk van het moment van samenstelling. Juist nu het rijksbeleid op diverse beleidsterreinen nog veel onzekerheden biedt.
Het risicoprofiel dat uit de risicotabel is af te leiden varieert van € 3,8 miljoen bij L(aag), € 6,7 miljoen bij M(idden) en € 10,0 miljoen bij H(oog). Onze inschatting (prognose in groen) komt uit op € 7,4 miljoen.
Risicotabel (bedragen in €)
Activiteit | Risico | Impact | Kans | |||
Laag | Midden | Hoog | ||||
25% | 50% | 75% | ||||
1 | Gemeentefonds | Maatstaf Lage inkomens en inzet onderbenutting BTW compensatiefonds | Totaal risico bedraagt € 800.000 | 200.000 | 400.000 | 600.000 |
2 | Dividend | Lagere uitkeringen | Totaalopbrengst ca. € 1.070.000 minus vervallen extra dividend Cogas in 2026 ad € 370.000 | 175.000 | 350.000 | 525.000 |
3 | Rente | Rentebate niet te realiseren door snellere investeringen en dalende rente | € 250.000 is in onze opgave Financieel Gezond als structureel ingeboekt. | 250.000 | 250.000 | 250.000 |
4 | Grondexploitatie | Risico’s tot een bedrag van € 292.000 zijn afgedekt. Verdere vertraging uitgifte afwaardering gronden en prijsverlaging. | De risico-inschatting van voorjaar 2024 is in de begroting 2025 voldoende afgedekt | - | - | - |
5 | Grondexploitatie. Het “scenario terugtreden en hanteren dumpprijzen” | De boekwaarde van alle in exploitatie genomen gronden. | Maximaal risico is het verkoop tegen dumpprijzen en de boekwaarden in gebieden waar de gemeente passieve grondpolitiek voert. | 30.000 | 60.000 | 90.000 |
6 | Juridische claims | Dagvaarding tot schadeloosstelling | Wij kunnen in sommige kwesties gedagvaard worden tot schadeloosstelling. | 250.000 | 500.000 | 750.000 |
7 | Bedrijfsvoering en organisatie | Organisatie ontwikkeling, krapte arbeidsmarkt, functiewaardering en CAO ontwikkeling en ziekte. | Onze totale structurele loonsom bedraagt ca. € 17,6 miljoen.Ook hier is het risico moeilijk te kwantificeren. We hanteren hier een bedrag van € 1,5 miljoen. | 375.000 | 750.000 | 1.125.000 |
8 | Sociaal domein | Tekorten in Sociaal Domein. Naast de gevolgen van nieuw of gewijzigd rijksbeleid blijven vraag- en prijsontwikkeling een risico. | De aanname in de begroting zijn gedaan op basis van huidige inzichten. Een goede inschatting van dit risico is niet te maken. We houden rekening met een bedrag van € 1,5 miljoen. | 375.000 | 750.000 | 1.125.000 |
9 | De Passie | De Passie heeft recht op permanente huisvesting. Risico bestaat dat leerlingaantallen dalen tot onder de opheffingsnorm. | Via algemene uitkering ontvangen we jaarlijks ca. € 300.000 ter dekking van de kapitaallasten. Uitgaande van 4 jaar geen rijksbijdrage via de algemene uitkering is € 1,2 miljoen | 300.000 | 600.000 | 900.000 |
10 | Verduurzaming Maatschappelijk vastgoed | 500.000 | 500.000 | 500.000 | ||
11 | Informatie-beveiliging | Het weglekken of het onjuist/ongewild verspreiden van informatie (privacy en datalekken) | Datalekken kunnen leiden tot (hoge) boetes maar ook tot herstelmaatregelen waarvoor extra personeel dan wel apparatuur/software nodig is. Recente gevallen bij overheden en onderwijs-instellingen tonen aan dat de mogelijke schade fors kan zijn. We schatten de impact op € 1,5 miljoen | 375.000 | 750.000 | 1.125.000 |
12 | Vennootschaps-belasting (VpB) | Gemeenten zijn met ingang van 1-1-2016 VpB plichtig | Wierden heeft in overleg met een fiscalist een bepleitbaar standpunt ingenomen. Wij schatten het maximale risico in op € 700.000. | 175.000 | 350.000 | 525.000 |
13 | Onderhoud kapitaalgoederen (groen wegen en riolering) | Integrale projecten/ invalswegen | Budget in begroting bedraagt ca. € 6,6miljoen; risico 20% of € 1.300.000 | 325.000 | 650.000 | 975.000 |
14 | Inflatie bij inkoop en projecten | Door de hogere inflatie nemen kosten toe voor zowel de gemeente als inwoners en bedrijven. | Een goede inschstting van dit risico is niet te maken. We houden hier rekening met een bedrag van € 1 miljoen. | 250.000 | 500.000 | 750.000 |
15 | Overige risico’s | 250.000 | 250.000 | 750.000 | ||
* organisatie gebonden | * regelgeving, processen, ziekteverzuim, automatisering. | De overige risico’s zijn niet uitputtend, maar benoemd zijn wel de belangrijkste. Het benoemen van een bedrag is arbitrair. Ingeschat wordt een bedrag van € 1.000.000 | ||||
* verbonden partijen | * deelnemingen en Gem. regelingen. | |||||
* open-eind regelingen | Regelingen waarbij een hogere wetgever in meer of mindere mate de gemeente verplichtingen oplegt zonder budgettair plafond | |||||
Totaal scenario’s | 3.830.000 | 6.660.000 | 9.990.000 | |||
Totaal prognose (zie groene velden) | 7.385.000 |
De verhouding risico en weerstandsvermogen kan ook in een kengetal uitgedrukt worden door het weerstandsvermogen te delen door risico’s.
Uiteindelijk is de toets:
Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit
benodigde weerstandscapaciteit
In dit verhoudingsgetal komt de eigen beleidsvrijheid tot uitdrukking om te bepalen in welke mate de gemeente de risico’s wil afdekken. Algemene normen zijn er niet. Als referentiekader kan wel dienen de door de Universiteit Twente in samenwerking met het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) opgestelde waarderingstabel, die in meerdere gemeenten gebruikt wordt:
Ratio | Betekenis |
---|---|
> 2,0 | Uitstekend |
1,4 - 2,0 | Ruim voldoende |
1,0 - 1,4 | Voldoende |
0,8 - 1,0 | Matig |
0,6 - 0,8 | Onvoldoende |
< 0,6 | Ruim onvoldoende |
Als we op basis van bovenstaande werkwijze deze tabel toepassen, dan komen we uit op een ratio van 1,3 ofwel voldoende (theoretisch beschikbaar is € 9.821.000 gedeeld door de prognose van de risico’s € 7.385.000).
In onderstaande matrix zijn ook de scenario’s L, M en H gegeven. Wanneer we alle risico’s zouden waarderen zoals in de kolom Midden, dan komt het ratio uit op 1,5. Dat is ruim voldoende.
Risicomatrix (in miljoenen)
Risicomatrix (in miljoenen) | Laag | Midden | Hoog | Prognose |
---|---|---|---|---|
Risico o.b.v risicotabel | -3,8 | -6,7 | -10,0 | -7,4 |
Weerstandsvermogen | 9,8 | 9,8 | 9,8 | 9,8 |
Ruimte/tekort | 6,0 | 3,2 | -0,2 | 2,4 |
Ratio weerstandsvermogen | 2,6 | 1,5 | 1,0 | 1,3 |
Inschatting van risico's is een momentopname. Verder doen niet alle risico's zich (tegelijk) voor.
Toelichting risicotabel
1. Algemene uitkering uit het gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds, inclusief de middelen voor de decentralisaties, draagt voor 60% bij aan de baten van de gemeente. Tot voor kort was de accres ontwikkeling van het Gemeentefonds het grootste risico dat gemeenten liepen. De oude systematiek van "trap op - trap af" is losgelaten. Dit risico is er dan ook niet meer.
Er zijn nog wel risico's in de verdeelmaatstaven (mn. de maatstaf Lage inkomens) en het structureel ramen van een onderuitputting in het BTW-compensatiefonds, we ramen hiervan 50%. Deze risico's ramen we op € 800.000 structureel.
2. Dividend van deelnemingen
Dividend wordt uitgekeerd wanneer de bedrijfsresultaten dat toelaten. In de baten is voor ca. € 1.070.000 aan dividend opgenomen. Er is dus sprake van een zekere mate van afhankelijkheid met name op de langere termijn. In de meerjarenraming is in 2026 rekening gehouden met het vervallen van extra dividend van de Cogas - reden verkoop Cogas KabeI - groot € 370.000. Het risicobedrag bedraagt derhalve € 700.000 structureel.
In de nutssector speelt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een belangrijke rol in het 'reguleren van de winst' door een aantal bepalende indicatoren te normeren (o.a. tarieven en rendement eigen vermogen). Dat kan gevolgen hebben voor de omvang van het dividend.
3. Rente
In de opgave Financieel Gezond ramen we gezien onze werkelijke financieringspositie en inschatting van de besteding van gevoteerde kredieten een structurele rentebate van € 250.000. De gemeente ontvangt van het Rijk rente op de middelen die onder de noemer schatkistbankieren bij het Rijk tijdelijk gestald moeten worden. Het risico zit het met name in een versnelling in de besteding van kredieten en in de hoogte van de rente.
4. Grondexploitatie risicoanalyse
Voor de wijze van benadering van de risico’s van het grondbedrijf wordt verwezen naar de paragraaf F “Grondbeleid”.
Voor het opvangen van risico’s is in 2023 aan de hand van het de jaarlijkse risico-inventarisatie de maximale buffer bepaald op € 292.000. De inschatting is gebaseerd op aannames waarbij scenario’s van een prijsverlaging tot het terugtreden uit grondposities een rol spelen. Uit de begroting 2024 blijkt dat de stand van deze reserve hoger is dan de gewenste buffer. Het meerdere wordt aangewend ter dekking van eenmalige lasten in 2024
(zie ook Nota van aanbieding).
5. Grondexploitatie dumpprijzen
In een 'scenario dumpprijzen' is het maximale risico € 155.000 van de in bezit zijnde gronden. Onder punt 7 is hiermee tot een bedrag van € 39.000 al rekening gehouden. Het restrisico bedraagt dan ook afgerond € 120.000.
6. Juridische claims
Wij worden in sommige kwesties gedagvaard tot schadeloosstelling. Als de schadeloosstelling door de rechter toegekend wordt, komt een deel hiervan voor onze rekening. Niet alles valt onder de dekking van onze aansprakelijkheidspolis. Daarom nemen wij een bedrag als risico op.
Op dit moment zijn er geen juridische claims met een omvang zoals die nu is opgenomen, maar in de bedrijfsuitvoering van een gemeente is het natuurlijk niet uit te sluiten dat er soms grote juridische claims worden neergelegd. Daarbij is het niet altijd mogelijk hangende een procedure inhoudelijk en financieel op een individuele zaak in te gaan in de paragraaf risicobeheersing of in andere openbare documenten. Met het hogere algemene juridische risico kunnen wij er dan toch rekening mee houden in onze benodigde weerstandscapaciteit. Mocht er in de toekomst een grote schadeclaim ontstaan, dan informeren wij de raad uiteraard binnen de mogelijkheden die er op dat moment zijn (rekening houdend met privacygevoelige informatie en de rechtspositie van de gemeente).
7. Bedrijfsvoering en organisatie
De gemeente groeit in omvang en in takenpakket.
Net zoals zo velen heeft ook de gemeente Wierden te maken met de krapte op de arbeidsmarkt. Onze organisatie heeft inmiddels meerdere maatregelen getroffen om in te spelen op deze krapte, zoals het investeren in zittend en toekomstig talent, het bevorderen van de interne doorstroom van medewerkers, het voeren van het goede gesprek en het toekennen van financiële prikkels. Naar het zich laat aanzien, zijn deze maatregelen onvoldoende om de krapte op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden. Bepaalde functies blijven moeilijk in te vullen. Risico bestaat op meerkosten vanwege noodzakelijke inhuur.
Het is van groot belang, dat medewerkers wendbaar blijven, onze organisatie toekomstbestendig is en we als werkgever aantrekkelijk blijven. Ook is het tijdig inspelen op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van belang om het ziekteverzuim en de werkdruk beheersbaar te krijgen. Als organisatie is het van belang om aanvullende maatregelen te blijven zoeken om te kunnen blijven inspelen op de krapte op de arbeidsmarkt. Ook hierbij is het noodzakelijk om als werkgever aantrekkelijk te blijven en te investeren in zittend en toekomstig talent en hen aan de organisatie te binden.
Het risico wordt per saldo ingeschat op € 1.750.000.
8. Sociaal Domein
Nieuwe of veranderde wetgeving, decentralisaties, kortingen op subsidies, specifieke uitkeringen en cofinancieringsregelingen van het rijk zonder adequate compensatie is een nauwelijks te beïnvloeden risico in met name het sociale domein.
Zo betekenen de decentralisaties van de jeugdzorg en de Wmo een grote uitdaging. Van gemeenten wordt verwacht dat er zorg en ondersteuning wordt georganiseerd en daarvoor zijn te weinig middelen beschikbaar. Er is structureel meer geld nodig om de zorg te kunnen blijven leveren. We worden geconfronteerd met hogere kosten op maatwerkvoorzieningen Jeugd en Wmo. Vergeleken met voorgaande jaren blijven we voor de Jeugd binnen de bandbreedte van het aantal cliënten en aantal voorzieningen. De stijging van de kosten heeft dus te maken met de zwaardere zorg die ingezet wordt. We zien dat de complexiteit van de casuïstiek zwaarder wordt. Ook binnen de Wmo wordt de complexiteit van de casuïstiek zwaarder. Er zijn wachtlijsten binnen de GGZ waardoor maatwerkvoorzieningen ingezet moeten worden gedurende de wachtperiode.
De kosten voor huishoudelijke ondersteuning nemen ook toe. Dit komt enerzijds door een hogere indexatie door reële tarieven en anderzijds doordat het abonnementstarief en vergrijzing een aanzuigende werking hebben op de vraag naar Wmo voorzieningen. Het risico bestaat dat er onvoldoende wordt gecompenseerd door het Rijk met betrekking tot de volumestijgingen die het gevolg zijn van vergrijzing. Het afschaffen van het abonnementstarief en de herinvoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage staat op de agenda van het rijk. Deze is naar huidige informatie voorzien per 1 januari 2026.
Het belang van de transformatie blijft daarmee nog steeds onverminderd van belang. In de aanpak waarvoor de gemeente Wierden heeft gekozen staat deze transformatie dan ook centraal. Daarbij merken wij op dat de samenleving niet maakbaar is en zich ook externe effecten voordoen die van invloed zijn.
Het verlies van koopkracht en toename van armoede en schuldenproblematiek door de inflatie en stijgende kosten aan energie is ook een risico. Het rijk heeft weliswaar middelen verstrekt om de minimagroep te compenseren bij de energiekosten echter daarmee is het vraagstuk niet opgelost.
Verder zijn de aannames die voor de begroting zijn gedaan voor het sociale domein gebaseerd op de inzichten die we op dat moment hadden. De reeds genoemde onzekerheden en de vraag- en prijsontwikkelingen blijven een risico. De omvang van dit risico is moeilijk in te schatten. We houden rekening met een risico van € 1.500.000.
9. Voortgezet onderwijs 'de Passie'
De Passie heeft recht op permanente huisvesting. Het risico dat hier in beeld wordt gebracht is het risico dat gedurende een periode van 4 jaar geen rijksbijdrage wordt ontvangen indien de leerlingenaantallen van de school tot onder de opheffingsnorm dalen en de school moet sluiten. De gemeente heeft dan een gebouw met een boekwaarde zonder dekking van de lasten uit rijksmiddelen. Na sluiting stopt de jaarlijkse rijksbijdrage ter grootte van ca.€ 300.000 op basis van de nieuwe verdeelsystematiek van het Gemeentefonds.
10. Verduurzaming maatschappelijk vastgoed
In 2024 en 2025 ontwikkelen we een strategische visie op de ontwikkeling van al het
maatschappelijk vastgoed in de gemeente. Daarbij gaat het in 1e instantie om ons eigen
vastgoed, waarvoor we een eerste stap hebben gezet met een visie op de verduurzaming van gemeentelijke gebouwen en terreinen. De volgende stappen zullen we zetten in loop van 2024, daarbij ontwikkelen we een verdere strategische visie op het vastgoed.
Het maatschappelijk vastgoed binnen de gemeente Wierden betreft een uitgebreide portefeuille.Het gaat namelijk over:
1. Vastgoed in eigendom van de gemeente. Hieronder vallen onder meer het gemeentehuis,
de gemeentewerf, en diverse zorg-, welzijns-, en culturele accommodaties,
onderwijshuisvesting, 2 binnensportaccommodaties.
2. Maatschappelijk vastgoed in eigendom van derden waarmee de gemeente een
subsidierelatie heeft, bijvoorbeeld de sportvoorzieningen, bibliotheek.
3. Overig maatschappelijk vastgoed in eigendom van derden, bijvoorbeeld de musea,
kulturhusen.
De verantwoordelijkheid voor het vastgoed is over verschillende afdelingen binnen de gemeente en gelijktijdig verschillende organisaties (schoolbesturen, WiE-Sport, stichtingsbesturen) verdeeld. Een totaaloverzicht ontbreekt. Om die reden is een Strategisch VastgoedPlan in ontwikkeling om het totale vastgoed en de eigendoms-verhoudingen in beeld te brengen. Naast het in zicht brengen van het totale maatschappelijk vastgoed wordt van het in eigendom zijnde maatschappelijk vastgoed de staat van onderhoud (beheer- en onderhoudsplannen) en potentiële verduurzamingmaatregelen in beeld gebracht. Op basis van dit totale inzicht volgt een advies per in eigendom zijnde locatie hoe hier toekomstig mee om te gaan.
De gevolgen hiervan zijn uiteraard nog niet in beeld. Voorshands hanteren wij voor de paragraaf een bedrag van € 500.000.
11. Informatiebeveiliging
Datalekken kunnen leiden tot (hoge) boetes maar ook tot herstelmaatregelen waarvoor extra personeel dan wel apparatuur/software nodig is. Recente gevallen bij overheidsinstellingen en onderwijsinstellingen tonen aan dat de impact mogelijk fors kan zijn. Wij schatten de impact op € 1,5 miljoen.
12. Vennootschapsbelastingplicht (VpB)
Vanaf 2016 vallen de gemeenten voor ondernemersactiviteiten onder de VpB. Indien in fiscaal opzicht winst wordt gemaakt moet daarover belasting worden afgedragen aan de fiscus. Op dit gaan we ervan uit dat er geen winst wordt gemaakt, dit kan echter in de toekomst wijzigen. Wij schatten het maximale risico op € 700.000.
13. Onderhoud kapitaalgoederen, groen en wegen
In de begroting voor 2024 gaat in het beleidsveld wegen, riolering en groen circa € 6,6 miljoen om. Daarnaast zijn in de eenmalige sfeer kredieten beschikbaar. We houden rekening met een risico van calamiteiten tot 20% van het exploitatiebudget ofwel € 1,3 miljoen.
14. Inflatie bij inkoop en projecten
Bij inkoop en projecten van de gemeente zien we risico’s vanwege de hoge inflatie. Kosten worden hoger en prijzen in offertes hebben soms maar een korte geldigheidsduur. Projecten vertragen (vanwege tekort aan materialen), worden duurder dan de beschikbaar gestelde budgetten of er moeten concessies gedaan worden in kwaliteit. Deze risico’s zijn grotendeels extern.
Een goede inschatting van het risico is niet te maken. Voor deze paragraaf houden we rekening met een aanvullend risico van € 1.000.000.
15. Overige risico's
- Organisatiegebonden risico's
- De wetten, regels en voorschriften waarmee gewerkt wordt, worden steeds complexer. Zorgvuldigheid in procedures en besluitvorming luisteren nauw. Anderzijds is er een behoorlijke werkdruk. Daar waar het afbreukrisico groot is, wordt uiteraard de grootste inspanning geleverd om fouten te voorkomen.
- De gemeente kan zich niet verzekeren tegen bedrijfsschade. Bij ernstige calamiteiten (bijvoorbeeld bij uitval van automatisering) zou het voor kunnen komen dat de bedrijfsvoering voor langere tijd stil ligt. Een inhaalslag zal dan extra loonkosten met zich meebrengen.
- Uit de schadepraktijk blijkt dat de gemeente op het gebied van vergunningverlening en de kwaliteit van de handhavingsorganisatie aansprakelijkheidsrisico’s loopt.
- Verbonden partijen
In de paragraaf Verbonden partijen worden de deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente een bestuurlijk en/of een financieel belang heeft, uitgebreid beschreven inclusief de risico’s van deze partijen. Hiernaar wordt verwezen.
- Open-eind regelingen
Onder risico's van open-eind regelingen worden verstaan die regelingen waarbij een hogere wetgever in meer of mindere mate de gemeente verplichtingen oplegt. Als voorbeelden kunnen worden genoemd het leerlingenvervoer, de Participatiewet, de Wmo, de jeugdwet, het kwijtscheldingsbeleid en -beperkt- andere bijstandsgerelateerde uitgaven zoals minimabeleid. Het beheersen van de uitgaven kan tot op zekere hoogte worden geregeld via eigen beleid. Doel is in elk geval deze regelingen qua lasten zoveel mogelijk te beheersen.
We waarderen de 'overige risico’s' op € 500.000.